Bij het toelaten van iets zijn acceptatie en loslaten centrale begrippen. Maar waar gaat dat nou eigenlijk over? Hier een klein verslagje van het (voorlopige) resultaat:
Acceptatie gaat om iets – een beetje – toe te laten. Dat levert meestal een gevoel van (tijdelijke) opluchting op. Maar (in ieder geval bij mij) gaat het toch niet helemaal van harte. Bij het woord acceptatie is er nog een stukje weerstand die ik moet overwinnen. Soms is de weerstand klein, als een bijna niet hoorbaar, fluisterend stemmetje in mijn achterhoofd. Soms is de weerstand nog behoorlijk groot… Nee, ik wil het niet accepteren! Maar het moet wel – dus, ik accepteer het wel, maar… alleen met de kiezen strak op elkaar geklemd…grrrr…
Wat mij ook opviel tijdens mijn onderzoekje naar acceptatie, was een gevoel van actie. Het is alsof het niet als vanzelf gebeurt, ik moet echt wat ondernemen (en vaak ook de wil inzetten), wil het lukken. Bij mij komt een gebaar op … ik doe mijn handpalmen omhoog en haal iets naar me toe.
Loslaten is ook heel vaak actiegericht bij mij. Ik hou iets vast en laat het los. Regelmatig heb ik de neiging om iets weg te willen sturen of weg te blazen. Soms kan dat ook nodig zijn om afstand te creëren tussen iets wat ik meen te herkennen als horend bij mij en niet bij mij. Het gebaar dat ik zie … mijn handen houden iets vast in een vuist en ik gooi of duw het van me af.
Maar loslaten kan natuurlijk ook heel anders zijn … mijn handen houden iets vast… langzaam open ik mijn vuisten en laat wat het ook is uit mijn handen vliegen. Het Engelse ‘release’ geeft mij nog sterker dit gevoel. In wezen gaat het over het toelaten van vrijheid.
De laatste tijd zijn er twee nieuwe begrippen die ervaren willen worden in mijn leven: namelijk omarmen en open zijn.
Omarmen is iets wat ik (nog) niet altijd kan, de tijd is er niet altijd rijp voor. Maar als de tijd er wel is, dan openbaart zich wel een andere dimensie van toelaten. Het gebaar dat ik bij omarmen voel is rond en open. Ik kan het doen op een accepterende manier waarbij ik mijn handen naar me toe haal. Het gevaar is dan dat het bezitterig wordt, het is van mij! Dat is toe-eigenen en niet wat ik bedoel. Als het omarmen gecombineerd wordt met het gebaar voor loslaten, ontstaat een rond gebaar met de handpalmen open en naar boven gericht. Dan is er volle vrijheid.
Met open armen laat ik alles toe: dat waar ik bang voor ben, waar ik een hekel aan heb, wat mij verdrietig maakt, dat wat ik haat, alles waar ik me zorgen over maak. En ook de liefde voor mijzelf en anderen, het geluk, alles wat me blij maakt. Alles is goed. Het kan bij me blijven, het kan wegvliegen.
Als ik vervolgens echt open durf te zijn, verdwijnt op een gegeven moment ook het ‘ik’. Wat betekent dit? Als mijn ego op zij stapt, ontstaat er ruimte voor volle openheid om binnen te komen. Dan IS er openheid. Er is geen verschil meer tussen ‘gewenste’ en ‘ongewenste’ gedachten, mensen of gebeurtenissen. De grens tussen goed en slecht vervaagt. Het onderscheid tussen ‘mij’ en ‘de ander’ verdwijnt - alles wordt ‘een’. En dat wat is, IS.
Woorden, gebaren en intenties zijn krachtig. Ga eens voelen. Ik ben benieuwd naar jouw ervaring.