
- Je kunt maar beter accepteren dat je hooggevoelig bent en jezelf daarin serieus nemen.
Ik voelde een passief-agressief ikje naar voren stappen.
- O ja? Moet ik dat? Dat bepaal ik zelf wel.
(Even raden welke enneatype aan het woord was…)
HSP, hoogsensitief, hooggevoelig …Wat heb ik toch een hekel aan dat label gehad! Echt om braakneigingen van te krijgen. Weer zo’n stom modewoord. Ineens is iedereen weer zoooo gevoelig.
Een stoer ikje dat naar voren kwam:
- Stelletje aanstellers, die het gewone leven gewoon niet aankunnen. In die categorie wil ik in ieder geval BESLIST NIET horen.
En dat was ook niet zo. Ik begreep niets van gevoelens. Dus kon ik ook niet hooggevoelig zijn. Toch?
Een ander ikje was best een beetje jaloers:
- Hoe moet het niet zijn om meer te kunnen waarnemen? Om meer te kunnen voelen dan dat wat voor de hand ligt?
Altijd ook geïnteresseerd in het verborgene. Zou het toch echt zijn of niet? De wetenschapper in mij was geprikkeld.
Apart hoe zo’n reisje dan gaat. Als baby volledig open, gevoelig en ontvankelijk, één met elke impressie en emotie die voorbij kwam. Langzaam sluit het systeem zich af. Omdat het nodig is. Om de pijn van afgescheidenheid maar niet te hoeven voelen. In dit specifieke geval in een toestand belanden waar alle impulsen min of meer exclusief binnenkwamen via het hoofd. Of helemaal eruit gaan.
Voel jij de sfeer in dit gebouw? Voel jij de wisseling van de seizoenen in je lijf? Voel je hoe veel verdriet hij met zich meedraagt? Voel jij je eigen linker kleine teen? Voel jij de woede opborrelen vanuit je zonnevlecht? Eerst even denken hoor…Voel ik dat? Ik weet het niet. Het zal wel niet? Hoe doe je dat eigenlijk – voelen?
Fast Forward naar de tegenwoordige tijd. Nog zo’n doodgewone dag.
En de impulsen komen binnen via alle zintuigen en de verschillende centra hebben allemaal een drukke agenda. Hoofd, Hart, Beweging, Instinctief. De verwerking van alle sensaties en impressies valt echt niet altijd mee. Regelmatig het gevoel alsof ik overspoeld raak door informatie. Geuren, geluiden, fel licht, het weer, straling, emoties van mensen om me heen, het subtielere (en soms helemaal niet subtiele) trekken en duwen van de zon, maan en planeten… noem maar op. Het is al gauw te veel.

Nu vraag ik me af of ik niet te open ben. Want als mijn systeem de impulsen niet kan verwerken, vertaalt dat zich regelmatig in diverse lichamelijke klachten (hoofdpijn, spierspanningen, moeheid enz).
Alsof ‘ik’ dat in de hand zou hebben. Even aanzetten, dan weer uitzetten. Dacht het niet. Het systeem, het proces, het leven van een mens ontwikkelt zich volgens logica en wetten die wij niet in de hand hebben. Of ik heb dat in ieder geval niet. Ik kan niet kiezen om me af te sluiten. Ik kan niet kiezen om me te openen. Het gebeurt of het gebeurt niet.
Wellicht heb ik nog steeds de illusie dat ik er een beetje controle op kan uitoefenen. Waarschijnlijk heb ik dat ook nodig om een beetje geestelijk gezond te blijven.
Dat ikje heeft een gevoel dat het wel belangrijk is dat ik goed voor mezelf zorg. Dat ik, voor zo ver mogelijk, hele drukke locaties, mensen, en situaties probeer te vermijden. Dat ik even een time-out neem als ik voel dat ik die nodig heb. Even dat moment neem, en op een verjaardagsfeestje een paar minuten extra in die rustige badkamer blijf zitten. Soms extra bescherming bij me draag in de vorm van kristallen, middelen of iets anders. De natuur in gaan, alleen, de rust inademen. En vooral, dat ik steeds weer terug in mijn lichaam kom en steeds langer erin blijf, ongeacht de sensaties, impressies en gevoelens die erin zitten… of erdoorheen gaan.
En de wetenschapper…? Concludeert voorlopig:
… dat hooggevoeligheid bestaat, ongeacht welke label je er op plakt.
… dat geslotenheid of gevoelige openheid geen onveranderlijk gegeven is.
… dat het wel handig is als het (fysieke) systeem de tijd en ruimte krijgt om te leren omgaan met prikkels en nieuwe informatie (en dat het best even mag duren).
… dat het verborgene echt is, en dat er nog veel meer valt te ontdekken.